02 maart 2006

Dwergvleermuis vliegt wereldrecord

De Europese vleermuizen maken gelijksoortige tochten tussen hun zomer- en winterverblijf als trekvogels. Dat kon totnogtoe het best aangetoond worden bij een dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii), die jarenlang werd gevolgd door de Duitse Federale Dienst voor Natuurbescherming (BfN). De vleermuis werd in Letland gemerkt en 1905 kilometer zuidelijker in Kroatië teruggevonden. Andere topprestaties werden bij de tweekleurige vleermuis (1787 km), de bosvleermuis (1600 km) en de kleine bosvleermuis (1568 km) vastgesteld.

Het is volgens de vleermuisdeskundigen niet uit te sluiten dat de werkelijke vliegafstanden van deze nachtdieren een pak groter zijn dan de bevindingen aantoonden. Het traject van de vleermuizen verloopt immers niet rechtlijnig en volgt meestal landschappelijke structuren als waterlopen, dalen of bosranden. De van Letland naar Kroatië gevlogen dwergvleermuis behaalde een wereldrecord, omdat ook in Amerika experten geen grotere afstand konden aantonen die door een vleermuis werd afgelegd.

Wetenschappers onderzoeken sinds 1932 de verandering van plaats, waarbij ze metalen klemmetjes in de vleugels van de kleine zoogdieren aanbrengen, die voorzien zijn van een code. De Federale Dienst voor Natuurbescherming en het Zoölogisch Wetenschappelijk Museum Alexander Koenig beoordeelden de afgelopen vier jaar de merkplaatsen en vindplaatsen van vleermuizen. Het project is een samenwerking tussen vleermuisdeskundigen uit binnen- en buitenland en wordt door het Duitse ministerie van Milieu als bijdrage aan de Europese Dienst voor de bescherming van de vleermuizen (Eurobats) gefinancierd.

In Europa werden tot nu toe een miljoen vleermuizen gemerkt. Het museum Koenig registreerde 7366 terugvondsten op grote afstand van hun merkplaats. De resultaten toonden aan dat de 36 in Europa voorkomende soorten vleermuizen in drie groepen kunnen onderverdeeld worden: langeafstandsvleermuizen die jaarlijks 1500 tot 2000 kilometer tussen hun zomer- en winterverblijf afleggen, regionale vleermuizen, die 100 tot 800 kilometer tussen beide verblijven afleggen en de plaatselijke soorten, die nauwelijks onderscheid maken.

Geen opmerkingen: